Kanzler
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ˈkant͡s·lɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Kanz·ler
Pluralis:
Kanzlers
m
de Kanzler
[1]
kaart voordoen
geavanceerde woordenschat
actief
politiek
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Kanzler”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
Over de kaarten
Stader Geest:
Marcus Buck: mündlich nawiest op de Stoder Geest
Nedersaksisch:
Böverst
von
’n
Staat
in
Düütschland
un
Ööstriek
Nederlands:
kanselier
Engels:
chancellor
Duits:
Kanzler
Wegmann, Ludwig, CC BY-SA 3.0 de
Etymologie:
Woord afleidt van:
-er
Samensteld woorden:
Bundskanzler
Kanzlersch
Riekskanzler
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
Nieuwe vertaling voorstellen
zoeken:
Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen