Uitspraak in het Plat: /biːzɛtɐbɾɛt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bi·set·ter·brett
Pluralis: Bi­set­ter­bre­der n dat Bi­set­ter­brett Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch
Pluralis: Bi­set­ter­breed n dat Bi­set­ter­brett West-groep, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: bi + setten + -er + Brett