Uitspraak in het Plat: /sluːdɐtaʃ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Slu·der·tasch
Pluralis: Slu­der­ta­schen f de Slu­der­ta­sch
[1]
geavanceerde woordenschat
figuratief
Voorbeelden:
Nüms mag geern Sludertaschen!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: sludern + Tasch