Uitspraak in het Plat: /ʃʊfttiːt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schuft·tiet
Pluralis: Schuft­tie­den f de Schuft­tiet
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Schuft + Tiet