Uitspraak in het Plat: /albɔːnɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Al·ba·ner
Pluralis: Al­ba­ners m de Al­ba­ner
[1]
geavanceerde woordenschat
is een eigennaam
Nedersaksisch:
Minsch ut dat Volk von de Albaners
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: albaan + -er