zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wand·klock
Pluralis: Wand­klo­cken f de Wand­klock
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wand + Klock