Tweeback
in het Nedersaksisch
Nieuwe vertaling voorstellen
Uitspraak:
/ˈtvɛːˌbak/
Audio
🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Twee·back
Plural:
Tweebacks
m
de Tweeback
[1]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
dubbelt
backt
Broodschieven
Duits:
=
Zwieback
Etymologie:
Sett sik tohoop ut:
twee
+
backen
rijmwoorden
zoeken:
Taal anderen op:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend aanderen