Uitspraak in het Plat: /nɔu̯ɾtdyːtʃ/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: noord·düütsch
geen trappen van vergelijking
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De noorddüütsche Landschop is teemlich siet.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Noord + düütsch