Uitspraak in het Plat: /ʃyːmɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: schü·mig
schümiger schümigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dat Sepenwater is schümig.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: schümen + -ig