Pluralis: For­men f de Form
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Butenlien von wat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
mal
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Füll den Deeg man in de Form un back dat bi 200 °C.