Uitspraak in het Plat: /kluːtəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: klu·te·rig
kluteriger kluterigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
De Melk is suur, de is ja al ganz kluterig!
Dat Solt is fuchtig worrn, dat is ganz kluterig.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kluut + -ig
Identieke woorden ››› klüterig ❔︎