Uitspraak in het Plat: /t͡sʊkɐpɔt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Zu·cker·pott
Pluralis: Zu­cker­pött m de Zu­cker­pott
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Zucker + Pott