Uitspraak in het Plat: /vɔːtɐflɛɪ̯ɡɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wa·ter·fle·ger
Pluralis: Wa­ter­fle­gers m de Wa­ter­fle­ger
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:
Wi sünd mit en Waterfleger na Jüüst flagen.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Water + Fleger