Uitspraak in het Plat: /fɪŋɐhɔu̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fin·ger·hoot
Pluralis: Fin­ger­hööt m de Fin­ger­hoot
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Sett di bi’t Neihn lever en Fingerhoot op!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Finger + Hoot