Uitspraak in het Plat: /ɔpstɔːkn̩/
werkwoord
Afbreking: op·sta·ken
[1]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
mit de Fork in wat rinsteken un dat na baven laden
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Werkwoordvormen:

infinitief:
op­sta­ken
voltooid deelwoord:
op­staakt
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik staak op
du staakst op
he/se/dat staakt op
wi staakt op
ji staakt op
se staakt op
verleden:
ik staak op
du staakst op
he/se/dat staak op
wi sta­ken op
ji sta­ken op
se sta­ken op
voltooid:
ik heff op­staakt
du hest op­staakt
he/se/dat hett op­staakt
wi hebbt op­staakt
ji hebbt op­staakt
se hebbt op­staakt
conjunctief:
ik staak op
du staakst op
he/se/dat staak op
wi sta­ken op
ji sta­ken op
se sta­ken op
imperatief:
staak op!
staakt op!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: op + staken
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.