Uitspraak in het Plat: /vɪdəlbɔu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wid·del·boom
Pluralis: Wid­del­bööm m de Wid­del­boom Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Pommersch, Pruisisch
Pluralis: Wid­del­bo­men m de Wid­del­boom

Etymologie:

Woord afgeleid van: Boom