Uitspraak in het Plat: /svɛɪ̯dn̩tiːt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Swe·den·tiet
Pluralis: Swe­den­tie­den f de Swe­den­tiet
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
In de Hartogdömer Bremen un Veern güng de Swedentiet von 1648 bet 1712.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Sweden + Tiet