Uitspraak in het Plat: /sløːtəlblɔˑu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Slö·tel·bloom
Pluralis: Slö­tel­blo­men f de Slö­tel­bloom
Pluralis: Slö­tel­blö­mer f de Slö­tel­bloom Märkisch
[1]
perifere woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:
De Slötelbloom mag geern Bodden mit veel Kalk.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Slötel + Bloom