Uitspraak in het Plat: /asstɪkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ass·sti·cken
Pluralis: Ass­sti­ckens m de Ass­sti­cken
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ass + Sticken