Uitspraak in het Plat: /ɪmkəɾɛɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Im·ke·ree
Pluralis: Im­ke­re­en f de Im­ke­ree
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Imker + -ee