Uitspraak in het Plat: /ka͡ɐnhɔlt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Karn·holt
Pluralis: Karn­höl­ter n dat Karn­holt
[1]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Karn + Holt