Uitspraak in het Plat: /ɾuːpm̩ʃiːˑt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ru·pen·schiet
Niet gebruikt het pluralis m de Ru­pen­schiet Noord-Nedersaksisch
Niet gebruikt het pluralis f de Ru­pen­schiet

Zegswijzen en vaste verbindingen:

Rupenschiet in’n Kopp hebben
[2]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ruup + Schiet