Uitspraak in het Plat: /bɔːˑɡast/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Baad·gast
Pluralis: Baad­gäst m de Baad­gast West-groep, Noord-Nedersaksisch, Westfaals
Pluralis: Baad­gas­ten m de Baad­gast

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: baden + Gast