Uitspraak in het Plat: /ɔɪ̯ɾoːpɛəɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Eu·ro·päer
Pluralis: Eu­ro­päers m de Eu­ro­päer
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Woord afgeleid van: -er