Uitspraak in het Plat: /pɾɛɪ̯stɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Prees·ter
Pluralis: Prees­ters m de Prees­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Preester höllt de Miss.