Uitspraak in het Plat: /ɾœɪ̯kɐkɔːˑt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Rö·ker·kaat
Pluralis: Rö­ker­ka­ten f de Rö­ker­kaat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: rökern + Kaat