Uitspraak in het Plat: /fɪŋɐdɪk/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: fin·ger·dick
geen trappen van vergelijking
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
He smeert sik de Botter fingerdick op’t Broot.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Finger + dick