zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ben·gel
Pluralis: Ben­gels m de Ben­gel
[1]
geavanceerde woordenschat
negatief level text negative. Lijst van woorden als deze
Nedersaksisch:
unoordigen Jung
Nederlands:
Engels:
rascal Meer tonen
Duits:
Bengel Meer tonen
Voorbeelden: