Uitspraak in het Plat: /ɡɛɾɪçt͡skas/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ge·richts·kass
Pluralis: Ge­richts­kas­sen f de Ge­richts­kass
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Gericht + Kass