Uitspraak in het Plat: /ɡɛspadəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ge·spad·del
Niet gebruikt het pluralis n dat Ge­spad­del
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Laat doch nu dat Gespaddel un hool still!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ge- + spaddeln