Uitspraak in het Plat: /blɪk/
zelfstandig naamwoord
Pluralis: Bli­cken m de Blick
[1]
kaart kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
dat Richten von de Ogen op wat
Nederlands:
blik
Engels:
look
Duits:
Blick
Voorbeelden:
Mit een Blick kunn he allens översehn.
[2]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Utdruck von de Ogen
Nederlands:
blik
Engels:
look
Duits:
Blick
Voorbeelden:
Sien Blick weer richtig grell un füünsch.

Etymologie:

Woord afgeleid van: blicken

Samengesteld woorden:

Anblick Blickspeel Ogenblick Överblick Sünnenblick
Rijmwoorden
Identieke woorden ››› Blick ❔︎ Blick ❔︎
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.