Uitspraak in het Plat: /pɾɔu̯tɔkɔl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pro·to·koll
Pluralis: Pro­to­koll­s n dat Pro­to­koll
[1]
geavanceerde woordenschat
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dat Protokoll verlangt, dat de Böschopper mit Exzellenz ansnackt warrt.

Etymologie:

Woord afgeleid van: pro-