Uitspraak in het Plat: /spɛkn̩dɪkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Spe·cken·di·cken
Pluralis: Spe­cken­di­ckens m de Spe­cken­di­cken

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Speck + dick