zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schubb·jack
Pluralis: Schubb­ja­cks m de Schubb­jack
[1]
geavanceerde woordenschat
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: schubben