Uitspraak in het Plat: /ʃʏtn̩bɾɔu̯dɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schüt·ten·bro·der
Pluralis: Schüt­ten­brö­der m de Schüt­ten­bro­der
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Schütt + Broder