Uitspraak in het Plat: /buːtn̩døː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bu·ten·döör
Pluralis: Bu­ten­dö­ren f de Bu­ten­döör
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Butendöör geiht direkt op de Straat rut.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: buten + Döör