Uitspraak in het Plat: /ɡløːy̯nɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: glöh·nig
glohi-niger glohi-nigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Smitt smeedt dat glöhnige Iesen.
[2]
geavanceerde woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Se keek mi mit glöhnige Ogen an.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: glöhn + -ig