Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Pisspott
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/pɪspɔt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Piss·pott
Pluralis:
Pisspött
m
de Pisspott
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Pisspott”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Groningen:
Helmer Molema:
Wörterbuch der Groningenschen Mundart im neunzehnten Jahrhundert.
Diedrich Soltau’s Verlag, Norden 1888, pagina 171
PDF, 21,8 MB
Waldeck:
Karl Bauer:
Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben.
1902, Wörterliste, pagina 80
PDF, 25,4 MB
Zuidwest-Ostfalen:
Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung
, jaargang 1908, pagina 83
PDF, 6,9 MB
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 156
PDF, 28,1 MB
Noord-Barnim:
Ludolf Parisius:
Mittelmärkisches Plattdeutsch. Affpàrtije Luunsche Wöre.
videel, Niebüll 2000, ISBN 3-935111-19-3, pagina 107
Nedersaksisch:
lütt
Pott
,
wo
man
in
de
Nacht
rinmaken
kann
Nederlands:
pispot
kamerpot
nachtspiegel
Engels:
chamber
pot
Duits:
Nachttopf
Nachtgeschirr
Ceridwen~commonswiki, CC BY-SA 2.0 fr
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
pissen
+
Pott
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.