Uitspraak in het Plat: /vɛːtn̩ʃɔp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: We·ten·schop
Pluralis: We­ten­schop­pen f de We­ten­schop
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Weten + -schop