Uitspraak in het Plat: /pɾøːy̯kəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Prö·kel
Pluralis: Prö­kels m de Prö­kel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Woord afgeleid van: prökeln