Uitspraak in het Plat: /ɡɛːtlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: gääd·lich
gäädlicher gäädlichst
[1]
geavanceerde woordenschat
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Voorbeelden:
Wat süht diene Jack gäädlich ut.

Etymologie:

Woord afgeleid van: -lich
Identieke woorden ››› gaadlich ❔︎