Uitspraak in het Plat: /stiːçbøːɡəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Stieg·bö·gel
Pluralis: Stieg­bö­gels m de Stieg­bö­gel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: stiegen + Bögel