Bögel in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /bøːɡəl/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Bö·gel

Pluralis: Bögels m de Bögel

[1]

geavanceerde woordenschat

Nedersaksisch:

Reedschop ut Metall (oder en anneren fasten Stoff), de en runne Form hett

Nederlands:

beugel

Duits:

Bügel

[2]

kaart

geavanceerde woordenschat

huishouding

Nedersaksisch:

Reedschop to ’t Ophangen von Kledaasch

Nederlands:

hanger

Engels:

hanger

Duits:

Bügel

Voorbeelden:

Hang dien Büx önnig op ’n Bögel!

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

MAWA GmbH, CC BY-SA 2.0 de

[3]

geavanceerde woordenschat

mode

Nedersaksisch:

Deel von ’n BH, de de Bost stütt

Nederlands:

beugel

Engels:

underwire

Duits:

Bügel

Voorbeelden:

Ik bruuk en anneren BH. Bi dissen drückt de Bögel.

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

LinguistAtLarge, CC BY-SA 3.0

[4]

kaart

geavanceerde woordenschat

Nedersaksisch:

Deel von de Brill, de över dat Ohr geiht

Nederlands:

veer

poot

Engels:

side

Duits:

Bügel

Voorbeelden:

Mi is de Bögel von mien Brill afbraken.

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Victorrocha, CC BY-SA 3.0

[5]

kaart

perifere woordenschat

Nedersaksisch:

Deel von de Taschenklock, mit den de Klock mit de Keed verbunnen is

Nederlands:

beugel

Engels:

bow

Duits:

Bügel

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

ElooKoN, CC BY-SA 4.0

[6]

kaart

perifere woordenschat

visserij

Nedersaksisch:

Deel von de Rüüs

Nederlands:

hoepel

Engels:

hoop

of a fish trap

Duits:

Bügel

der Reuse

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Bittner, CC BY-SA 3.0 de

[7]

kaart

perifere woordenschat

landbouw

Nedersaksisch:

Deel an de Lee, mit den de Ohren opfungen warrt

Nederlands:

beugel

van de zeis

Duits:

Bügel

der Sense

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

© 1971markus, CC BY-SA 3.0 de

Etymologie:

Woord afgeleid van: -el

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.