Uitspraak in het Plat: /buː͡ɐdɛɪ̯ɾn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Buur·deern
Pluralis: Buur­deerns f de Buur­deern
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Buur + Deern