zelfstandig naamwoord
Afbreking: We·cker
Pluralis: We­ckers m de We­cker
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wecken + -er
Identieke woorden ››› wecker ❔︎