Gastelbrett in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /ɡastəlbɾɛt/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Gas·tel·brett

Pluralis: Gastelbreder n dat Gastelbrett Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch

Pluralis: Gastelbreed n dat Gastelbrett West-groep, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch

[1]

perifere woordenschat

huishouding

Nedersaksisch:

Schuver, mit den dat Broot to ’t Gasteln ut ’n Aven haalt warrt

Nederlands:

bakkersschotel

vooral degene, die wordt gebruikt om het brood uit de oven te halen om het te bestrijken met water

Engels:

peel

especially the one used to take the bread out of the oven to baste it with water

Duits:

Brotschieber

speziell derjenige, der benutzt wird, um das Brot zum Frischen mit Wasser aus dem Ofen zu holen

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: gasteln + Brett

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.