Uitspraak in het Plat: /buːkvɛɪ̯dɔːˑç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Buuk·weh·daag
Niet gebruikt het pluralis f de Buuk­weh­daag
Niet gebruikt het pluralis m de Buuk­weh­daag
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Ik heff to veel Koken eten, nu heff ik Buukwehdaag.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Buuk + Wehdaag