Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Dackdecker
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/dakdɛkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Dack·de·cker
Pluralis:
Dackdeckers
m
de Dackdecker
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Dackdecker”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Rotenburg:
Heinz Lemmermann:
Bookwetenpannkoken.
Schünemann, Bremen 1985, ISBN 3-7961-1720-1, pagina 79
Zuidwest-Ostfalen:
Albert Hansen:
Holzland-ostfälisches Wörterbuch.
Ummendorf 1964, pagina 73
Midden-Küstenpommersch:
Robert Laude:
Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets.
Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 79
Nedersaksisch:
Person
,
de
von
Beroop
Däcker
deckt
Nederlands:
dakdekker
Engels:
roofer
Duits:
Dachdecker
Voorbeelden:
Ik
heff
Dackdecker
lehrt
.
Bernd Settnik, CC BY-SA 3.0 de
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Dack
+
decken
+
-er
Samengesteld woorden:
Dackdeckeree
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
kaart tonen
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.