Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Buurhuus
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/buː͡ɐhuːz/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Buur·huus
Pluralis:
Buurhüüs
n
dat Buurhuus
Noord-Nedersaksisch
,
Pommersch
Pluralis:
Buurhüser
n
dat Buurhuus
Westfaals
,
Noord-Nedersaksisch
,
Oostfaals
,
Märkisch
,
Pommersch
Pluralis:
Buurhusen
n
dat Buurhuus
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
landbouw
bouwwezen
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Buurhuus”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Eemsland:
Hermann Schönhoff:
Emsländische Grammatik.
Carl Winter, Heidelberg 1908, pagina 209
PDF, 7,4 MB
Sleeswijk:
Johann Rhode Friedrich Augustiny:
Achtern Åben oder Plattdütsches Vålksbok för Kinner un ole Lüd, tohopståkt un ut egen Fabrik.
Herzbruch, Flensburg 1857, pagina 18
PDF, 3,7 MB
Stader Geest:
Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
Midden-Küstenpommersch:
Robert Laude:
Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets.
Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 76
West-Oostpruisen:
A. Boldt:
Ut’m Noatangsche. Volksthümliche Erzählungen in plattdeutscher Mundart.
Hartung, Königsberg 1893, pagina 20
PDF, 1,7 MB
Nedersaksisch:
Huus
von
en
Buur
Nederlands:
boerenhuis
boerderij
Engels:
farm
house
Duits:
Bauernhaus
Voorbeelden:
De
olen
Buurhüüs
sünd
all
in
Tafelwark
boot
.
J.-H. Janßen, CC BY-SA 3.0
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Buur
+
Huus
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.