Uitspraak in het Plat: /snʊ͡ɐbɔː͡ɐt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Snurr·boort
Pluralis: Snurr­bäärt m de Snurr­boort Mecklenburgisch
Pluralis: Snurr­boort m de Snurr­boort
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Schall ik mi en Snurrboort wassen laten?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: snurrn + Boort